The Divine Life Society
Afdeling Aalst |
Het woord Yoga wordt veelal voorafgegaan door een ander woord: Hatha, Bhakti, Gnyaana, Raaja, Koendalinie, Karma enz., naargelang van de invalshoek van het pad. Yoga is het gemeenschappelijke doel. Het woord dat voorafgaat, bepaalt het pad. Het doel is één, de paden zijn talrijk. Dit zei de Rig Veda (1.164.45) al: Ekam sat vipraa bahoedhaa vadanti. De Waarheid is één, de wijzen spreken erover op verschillende manieren. (ekam sat: het ene zijn; vipraa: geleerden, wijzen; bahoedhaa: velerlei; vadanti: zij spreken).
Iedereen heeft een lichaam, een hart en een intellect en iedereen doet allerlei dingen. Met andere woorden iedereen denkt, spreekt en handelt. Maar al die mogelijkheden zijn niet in iedereen op dezelfde manier ontwikkeld.
Bhakti betekent devotie.
Bhakti Yoga is dan ook een gevoelsmatig pad.
Gnyaana is kennis in de betekenis van kennis van de Kenner. Gnyaana Yoga is dan ook het pad dat vertrekt van de vraag: “Wie ben ik?” Het wordt ook het pad van Vedanta (spreek uit: vedaanta) genoemd. Vedanta betekent: einde (anta) van het weten (veda) of het hoogste weten.
Raaja betekent: koninklijk.
Raaja Yoga is een pad dat vooral geschikt is voor mensen met een mystieke inslag. Koendalinie is de centrale lichaamskracht, die haar zetel heeft aan het ondereind van de wervelkolom.
Karma Yoga is het pad van de handeling.
Al die Yogas hebben hun eigen handboek of handboeken.
Er zijn twee soorten Yoga: innerlijke en uiterlijke. De eerste soort wordt beoefend in de beslotenheid van een kamer, de andere in de wereld, in en door het dagelijks leven.
De meest uiterlijke Yoga is Karma Yoga. Het is dan ook de moeilijkste Yoga, omdat we op dat pad worden geconfronteerd met onze kleine kantjes. Luister naar een verhaal. Er was een swami die aan het hoofd stond van een aashram. Hij had een grote zwakheid. Hij was namelijk licht ontvlambaar. Op zekere dag riep hij zijn discipelen en zei hen dat hij zich gedurende twaalf jaar zou terugtrekken in een grot om zijn woedeaanvallen onder controle te brengen. Na twaalf jaar keerde hij terug en zei dat hij heel die tijd nooit woedend was geweest. Zijn discipelen vroegen hem: “Niet eenmaal?” “Neen”, zei hij. Ze vroegen het nogmaals voor de zekerheid en daarop reageerde hij met een woedend: “Geloven jullie me misschien niet?”
Integrale Yoga
Swami Sivananda noemde zijn Yoga Integrale Yoga of Yoga of Synthesis (Yoga van de samenvatting). Soms noemde hij hem op een humoristische wijze ook Synthetic Yoga of Synthetische Yoga. Als men een huis bouwt of verbouwt, gebruikt men in deze tijd veel minder hout dan vroeger. Hout is duur en er zijn al genoeg bomen gesneuveld. Men gebruikt nu vooral pvc, plastic, aluminium enz. Deze synthetische materialen zijn duurzamer, beter bestand tegen temperatuurschommelingen, veel gemakkelijker te onderhouden en bovendien stukken goedkoper.
De oude klassieke paden, zoals ze worden beschreven in de Yogaschriften zijn eigenlijk niet meer van deze tijd. Mensen hebben noch de tijd, noch de energie, noch de fysieke conditie om die oude paden te beoefenen. Swami Sivananda nam uit al die Yogas dat wat nog met veel voordelen gemakkelijk kan worden beoefend en hij maakte er een sluitend geheel van. Hij zei: “Yoga moet integraal en geïntegreerd zijn.” Hij bedoelde daarmee dat geen enkel facet van de persoonlijkheid mag worden verwaarloosd, want dat een eenzijdige ontwikkeling nooit goed is, en dat Yoga moet kunnen worden beoefend in en door het leven.
Raaja Yoga
Raaja Yoga of Koninklijke Yoga is een overkoepelende Yoga. Hij wordt ook Ashtaanga Yoga
genoemd. Aash-taanga is een woordsamenstelling van ashta, acht en anga, deel. Ashtaanga Yoga is dus het achtvoudige Yogapad.
Waarom overkoepelend? Raaja of koninklijk betekent immers dat het voor iedereen toegankelijk is, dat het voor iedereen bedoeld is en dat het de basis is van alle andere paden. Aan zee heb je nog koninklijke banen. Dit zijn straten die berijdbaar zijn in beide richtingen, die kunnen worden betreden vanuit alle zijstraten en die toegankelijk zijn voor voetgangers en alle mogelijke voertuigen.
Het achtvoudige Yogapad wordt beschreven door Maharshi Patanjali in zijn Yoga Soetra. Het is een volstrekt logisch pad. Om bij zijn wezenlijke Zelf te komen, zoals de geëigende term luidt, moet men immers acht soorten vereenzelviging doorbreken. Vereenzelviging betekent dat men “ik” zegt tegen iets wat men niet is. Je zegt bijvoorbeeld: “Ik adem”, al is dat niet zo: het ademt. En dit is iets helemaal anders, dat vrij is van vereenzelviging. In Nederland zegt men identificatie. Ook dat is een goed woord, want het probleem begint met de dentificatie of het doorgroeien van de tanden.
Yoga gaat van buiten naar binnen tot men bij de kern komt. Dit lijkt op het eerste gezicht nogal egoïstisch, maar als men bij de kern komt, krijgt Yoga een kosmische dimensie, want die kern of het Zelf is de kern of het Zelf van alle wezens en dingen. Zoals door alle bloemen van een bloemenkrans één draad loopt, zo is er in alle wezens en dingen één zelfde Bewustzijn, dat men dan ook wel eens Soetraatman of Draadziel noemt.
De Sanskrittermen van de acht treden of delen zijn:
yama, niyama, aasana, praanaayaama, pratyaahaara, dhaaranaa, dhyaana en samaadhi.
Yama heeft betrekking op de relatie met de wereld. Ni-yama gaat over de relatie met je eigen persoonlijkheid. Aasana (zithouding) gaat over het overstijgen van het lichaam. Praanaayaama is beheersing van de praana of levenskracht. Pratyaahaara is het terugtrekken van de zintuigen van de zintuiglijke voorwerpen. Dhaaranaa is concentratie. Dhyaana is meditatie. In samaadhi rust de Yogi in louter “zijn”, zonder er iets aan toe te voegen.